Zo maak je EPISCHE SHOTS van jezelf!

Hoe maak je een goede foto van jezelf (zonder hulp)?

Je kent het vast: je staat op een iconische plek, het licht is perfect, en je hebt een geweldige foto in gedachten. Maar je bent alleen. Geen vriend(in), geen collega, niemand om even snel op het knopje te drukken. Geen probleem — je kunt prima zelf een toffe foto maken, als je weet hoe. In deze blog deel ik hoe ik dat aanpakte bij de Griffith Observatory in Los Angeles, inclusief praktische tips die jij direct kunt toepassen.

1. Bereid je compositie voor

Voor mijn shot had ik een duidelijk idee: ik wilde een epische selfie maken waarbij ik op een steen sta, en de Griffith Observatory op de achtergrond zichtbaar is. Mijn plan was om de observatory aan de rechterkant van het frame te plaatsen (rule of thirds) en mezelf links. Denk dus vooraf goed na over je compositie en positie in beeld.

2. Kies je scherptediepte bewust

Een belangrijk artistiek element is scherptediepte. Wil je jezelf onscherp en de achtergrond scherp? Of juist alles haarscherp van voor tot achter? In mijn geval twijfelde ik tussen een minimale scherptediepte met f/1.8 en een beeld waarbij ik én de Griffith Observatory scherp wilde. Omdat ik op 85 mm schoot en dicht bij de camera stond, was dat technisch uitdagend. Ik heb uiteindelijk gebruikgemaakt van focus stacking: twee foto’s maken met verschillende scherpstelpunten, en die later samenvoegen in Photoshop.

3. Gebruik een statief (ja, echt)

Een stevig statief is essentieel. Niet alleen om het juiste kader te vinden, maar ook om scherpte en compositie te garanderen, zeker bij langere brandpuntsafstanden. En ja, als je alleen bent, dan kun je simpelweg geen foto van jezelf maken zonder statief. Logisch!

4. Schakel de intervalstand in

Voor zelfportretten is de intervalstand (ook wel timelapse-modus) je beste vriend. Stel je camera in op bijvoorbeeld 1 foto per seconde, neem verschillende poses aan en je hebt zo meerdere opties om uit te kiezen. In mijn workflow stelde ik de camera handmatig scherp om te voorkomen dat de autofocus zou verspringen.

5. Wees niet bang om te experimenteren

Sommige van mijn favoriete foto’s waren testshots. Zoals een verticale panorama die ik met mijn A7S III maakte: meerdere beelden naast elkaar geplakt tot een lang uitgerekt beeld, met veel definitie in de stad. Of een foto waarbij ik expres volledig onscherp was op f/1.8. Dat gaf juist weer een dromerige sfeer.

6. Licht en timing maken het verschil

Het perfecte moment bestaat, en duurt maar heel kort. Ik wilde mijn laatste foto maken bij zonsondergang, maar toen kwam er bewolking opzetten en was het licht op de stad ineens weg. Uiteindelijk vond ik een eerder shot veel mooier, juist omdat er nog een beetje zonlicht op de gebouwen viel.

7. Bewerk slim (zoals focus stacking)

Wil je volledige scherpte van voor tot achter, terwijl je dicht op je onderwerp zit of met een lang brandpunt schiet? Maak dan minstens twee foto’s: één met de focus op de achtergrond en één op het onderwerp. In dit geval jezelf. In Photoshop combineer je deze tot één beeld met perfecte scherpte overal.

Wil je meer leren over het schieten en bewerken van panorama foto’s? Bekijk dan mijn blog met meer tips.